Tdaantjes
‘Mama, wil jij mijn tdaantjes wegdoen?’ Ze vraagt het met haar allerschattigste nasnikstemmetje. Dikke tranen plakken aan haar ronde peuterwangen. Haar ogen zijn nog waterig. Witblond haar plakt in de nattigheid. Twee zijn is niet altijd makkelijk. Je struikelt weleens. Je stoot je teen. Zit achterstevoren op je stoel en valt eraf. Of je wilt iets en dat mag dan niet. Of je wilt iets zelf doen maar toch niet, of wel, of toch niet en dan doet mama het en dan ben je verdrietig omdat je het toch zelf had willen doen. En voor je het weet huil je dikke tranen. Van verdriet, boosheid of frustratie. Je wilt het natuurlijk heus niet, maar die tranen móeten wel gehuild worden. Ze komen gewoon. Trouwens, hoe moet je je leed anders aan de wereld kenbaar maken? Gedeelde smart is halve smart, maar om de smart te delen zal je die toch eerst moeten uiten. Die schaafplek op je knie, die ruziënde broer, die flauwe regels…om te janken zijn ze. Maar wat een ongelooflijk onhandige dinge...