Bloot


Manlief was afgelopen week naar een congres. Twee dagen de kat van huis.

Kon ik ongestoord een avondje heerlijk fout tv kijken. In mijn geval een paar afleveringen van ‘Ik durf het bijna niet te vragen’.

Voor wie het programma niet kent: in de verschillende afleveringen komt telkens een aantal vertegenwoordigers van een vrij bijzondere groep uit de samenleving aan het woord om aan de hand van kaartjes met nogal directe vragen iets meer over zichzelf te vertellen. Zo hoorde ik mensen met een gezichtsafwijking, overlevenden van de Tweede Wereldoorlog, blootlopers en sekswerkers vragen beantwoorden.

Ik was onder de indruk van de openheid van degenen die voor de camera hun verhaal vertelden. Twee van de blootlopers zelfs onbeschaamd volkomen naakt (gelukkig heb ik op dat gebied sinds ik op mijn 17e een zomer in het bejaardenhuis werkte alles wel zo’n beetje gezien).

Sowieso bleven die blootloopverhalen mij nog lang bij. Vooral omdat de motivatie om bloot te lopen voor iedere geïnterviewde min of meer hetzelfde was: bloot heb je niets meer te verbergen. En dat is een bevrijding.

De mens is geneigd gebreken te verhullen. Te verstoppen wat onvolmaakt is. Een been of borst minder, een kolossaal litteken, vetrollen of striae: dat mag een ander niet zien.

Maar als je alle bedekking weghaalt, is het er nog wel gewoon. En als iedereen dat doet, zie je ineens dat je niet alleen bent. Dat iedereen zijn butsen en bulten heeft. Dan hoef je je dus niet meer beter voor te doen dan je bent.

Ik heb er wel sympathie voor, voor dat onthullen.

Al weet ik ook dat het zo zijn nadelen heeft om in je blootje te lopen. Behalve dat het koud is, is openheid naar alles en iedereen niet altijd verstandig. Niet iedereen gaat liefdevol om met je kwetsbaarheid.

Dat is ook zo ongeveer het verschil tussen het paradijs, waar bloot veilig en goed was, en deze wereld, waar bloot gevaarlijk kan zijn en bedekken noodzakelijk.

Nee, ik durf niet bloot rond te lopen. Ik houd mijn kleren lekker aan.

En toch. Wat droom ik van een wereld waarin bedekken niet meer hoeft. Waar je kwetsbaar kunt zijn zonder beschadigd te worden. Waar je poedelnaakt kunt dansen zonder aangestaard of aangerand te worden. Niet alleen fysiek, maar ook geestelijk en emotioneel.

Ik zou willen dat de kerk zo is. Dat niemand zich daar hoeft te verstoppen achter vrome praatjes, modieuze kleren, boze brieven of tig vrijwilligerstaken. Dat iedereen daar eerlijk is over zijn pijn, falen en onvolkomenheden.

En ik weet dat het niet zo is. Dat de kerk niet zo is. Zelfs de kerk niet.

Dat doet pijn.

Maar ik ben niet zonder hoop. Ik kijk naar Jezus zelf, die vrijwillig volkomen naakt aan een kruis hing. Kwetsbaar. Gepijnigd. Gewond.

Bij Hem kan ik naakt zijn. Helemaal ontkleed. Niets meer te verbergen.

Wat een bevrijding!

Reacties

Populaire posts van deze blog

De zee

De toekomst wekt het verleden.

Samen fietsen