Borstvoeding
Zo’n drie jaar van mijn leven heb ik eraan besteed.
Borstvoeding geven. Een wonderbaarlijk, uitdagend en paradoxaal genoeg bij tijd
en wijle ook uiterst geestdodend karwei.
Als je daar zit met je kind op de arm, wachtend tot het
genoeg heeft, heb je alle tijd om na te denken. Al geef ik toe, bij de tweede
en de derde werden de gedachten minder diepzinnig en pasten ze meer in het
genre ‘hoe voorkom ik dat mijn zoon de planten uit de vensterbank trekt?’, maar
toch, je filosofeert al met al toch heel wat af terwijl je naar een baby
staart.
Zo romantisch als het er op zoete plaatjes in
kraamzorgfolders uitziet, zo’n deceptie was het in werkelijkheid toen ik mijn
oudste kreeg en hem wilde voeden. Midden in de nacht bibberend op een stoel (ik
zal u de details over mijn verdere fysieke toestand besparen) zat ik daar met
veel pijn te klungelen met een kolf, trots op elke druppel melk. Want mijn zoon
wilde wel drinken, maar hij kon niet. Dat is tenminste hoe ik er vijf jaar na
dato, iets beter uitgeslapen en wat informatie over de anatomie van babymondjes
in het bijzonder en wat moederervaring in het algemeen rijker, op terug kan
kijken. In mijn beleving destijds wílde dat zelfingenomen draakje in mijn armen
helemaal niet. De kraamverzorgster, de verloskundige, mijn man, en met name ikzelf:
wij zetten alles op alles om ‘plan borstvoeding’ laten slagen. Maar meneertje:
neu, meneertje weigerde mij als voedingsbron te zien. Misschien was ik gewoon
ongeschikt, zoals in die landmachtreclame waar onherroepelijk en zonder pardon
het vakje ‘geschikt’ of ‘ongeschikt’ wordt aangevinkt. Ik viel duidelijk in de
laatste categorie en mijn zoon had mij door.
Althans, de eerste dagen. Na veel geploeter en geworstel
vonden we uiteindelijk onze weg, mijn zoon en ik. En hij dronk. Hij dronk! Hij
groeide en ik was tevreden.
Fanatiek als je wordt van zo’n worsteling heb ik de
borstvoeding volgehouden tot zijn eerste verjaardag. Vlak erna ontdekten we het
euvel: een te kort lipbandje. Dit hinderde het aanhappen en verklaarde de
opstartproblemen.
Bij zoon twee was na een paar dagen het probleem aan zijn
lip verholpen (het is erfelijk) en bij de derde, een meisje, waren we nog
alerter. Na 24 uur kon zij drinken zoals het moest. Het was bij haar dat het me
echt op begon te vallen. Het hijgen. Hoe groter de honger, hoe harder het
hijgen.
Iedereen die weleens een baby die aan zijn voeding toe was
in de buurt van een borst heeft gezien herkent het. Je houdt het kind voor de
borst en het denkt nog maar aan één ding: drinken. Van pure opwinding en euforie
gaat het kind woest schuddend heen en weer met het hoofd, zit het zichzelf
vreselijk in de weg met die kleine wriemelhandjes en het begint te hijgen als
een marathonloper.
En dan zit ik daar. Theoloog. Met mijn hijgende dochter voor
mijn borst. Zo vol verlangen zit ze dat ik haar juist daardoor met moeite
aangelegd krijg. Zo kronkelt ze, zo hijgt ze.
En dan kan ik niet anders dan aan dat hert denken. Dat
hijgende hert, ontkomen aan de jacht. ‘Zoals
een hinde smacht naar stromend water, zo smacht mijn ziel naar u, o God,’
Zegt psalm 42. Waar ik mij op zich wel iets bij voor kan stellen, maar wat niet
half zo dichtbij komt als dit kind. Dit hijgende kind op mijn arm.
Mijn kind smacht naar drinken. Smacht naar mijn melk. Zo is
het gemaakt. Dat het reageert op mij, op mijn stem, mijn geur, mijn borst, dat
het wil aanhappen en gulzig drinken. En wij, wij zijn gemaakt ‘tot God’ zoals
Augustinus het zegt. Gemaakt om naar Hem te verlangen. Dat beeld van dat hert
zegt dat allang.
Maar dat beeld drong nooit werkelijk tot mij door. Misschien
is dat ook lastig in een land waar soms meer water is dan ons lief is. Maar dat
kind, dát begrijp ik. Dat kind dat vol verlangen op mij gericht is omdat ik heb
wat goed voor haar is. Kijkend naar mijn dochter leer ik deze les: ik verlang
naar God. Met alles wat in mij is. Want wat God heeft is goed voor mij. Ik kan,
plastisch gezegd, hijgend voor zijn borst liggen. Smachtend naar drinken.
Zoals een hijgende baby smacht naar moedermelk, zo smacht mijn
ziel naar u, o God.
Reacties
Een reactie posten