Gekend
Op een mooie zonnige bijna-voorjaarsmiddag loop ik naar de speelotheek waar ik vrijwilligster ben. Ongeveer halverwege, niet meer in onze eigen straat, kom ik de postbode tegen. De postbode die altijd met een groots gebaar groet wanneer ik in de studeerkamer, duidelijk zichtbaar voor iedere voorbijganger, zit te werken. De postbode die bij de geboorte van de kinderen dat gebaar omzette in een soort pantomime-felicitatie, glunderend alsof hij zelf een kind gekregen had. Aan de hand van de grote stapels post had hij blijkbaar geconstateerd dat mijn groeiende buik niet zonder resultaat was gebleven. Dezelfde postbode die bij zijn veertigjarig jubileum op een groots onthaal met ballonnen en felicitaties werd getrakteerd op zijn route door de binnenstad. Een oude rot in het vak die zijn route nog geblinddoekt achteruithinkelend zou kunnen lopen. Die postbode kom ik dus tegen. Hij herkent mij, bladert door de post in zijn hand en duwt mij in handen wat voor ons adres bestemd is: ‘Komt we...