Fabriekjesstad
‘Ze hadden het hier beter Fabriekjesstad kunnen noemen,’ merkt zoon 1 op, grinnikend omdat blijkbaar nog niemand op dat idee gekomen is en hij wel. We fietsen van school naar huis, en inderdaad, we kunnen niet om de fabrieken heen. We passeren er een heel aantal. Sommige van dichtbij, sommige van een afstandje, her en der verspreid langs de route. Ik ben niet erg onder de indruk, omdat ik in tegenstelling tot zoon 1 opgegroeid ben tussen fabrieken. Of om precies te zijn: in een mooi en rustig dorp dat ingeklemd lag tussen havens, snelwegen, containerterminals en fabrieken. Raffinaderijen om nog wat nauwkeuriger te zijn. Daarvan ging heel wat meer dreiging uit dan van de fabrieken die hier om ons heen het stadsbeeld bepalen en waar zo’n beetje alleen voedingsmiddelen vandaan komen (en zo af en toe een geur alsof de hele buurt een wedstrijd chocoladecake bakken houdt). Niet dat ik mij als kind ook maar een seconde bewust ben geweest van enige vorm van dreiging, maar het schijnt to...