Ontstemd
Misschien kwam het doordat ik te hard had meegezongen in de
laatste dienst van manlief hier. Misschien had ik teveel gehoopt door
schreeuwen het kroost in het gareel te kunnen houden. Misschien had ik mijn
weerstand verspeeld doordat ik teveel had wakker gelegen over onzinnige zaken
zoals de kleur van keukenkastjes, de verkoop van meubels en de volgorde waarin
onze spullen in dozen moeten worden ingepakt.
Het meest waarschijnlijk is, dat de combinatie van alle drie
mij de das om deed. Of eigenlijk mijn stem de das om deed. Ik was ontstemd.
Ieder woord kwam misvormd uit mijn mond. Wat een behoorlijke handicap blijkt te
zijn voor een moeder.
Even een liedje zingen bij het verschonen van dochterlief
klonk ineens als: b…r, wat z..g je vah..n mijn kipp..n. B..r, wat z..g je
vah..n mijn haan. Er was weinig rustgevends meer aan.
Het verhaaltje voor het slapengaan had zoveel aan intonatie
ingeboet dat het leek alsof het mij per telegram was toegestuurd, wat de
interesse van de toehoorders weinig goed deed.
Twee kibbelende jongens overstemmen was een onmogelijkheid
geworden, waardoor het gekibbel voortduurde nu mijn gebruikelijke VN-achtige
interventie ontbrak.
Mijn driftige pogingen het laatste restje stem nog te
gebruiken resulteerden in de complete verdwijning van mijn stem de volgende
ochtend. Dat was een rustig ontbijt voor manlief. En een ochtend vol frustratie
voor mij: zwijgen en ik verdragen elkaar slecht. Maar ik moest het ermee doen.
Gelukkig trok mijn stem in de loop van de dag zover bij dat ik weer op het
niveau van b..r, wat z..g je vah..n mij kipp..n kwam. Dat was al meer dan
niets. Zo kon ik ’s avonds toch nog één liedje meebrullen bij het concert voor
de stad ter gelegenheid van ons afscheid. Na dat ene liedje hing mijn stem ook
onmiddellijk zijn lier weer aan de wilgen, maar vooruit.
Voor mij was het een paar dagen zonder stem. Dat was
vervelend, vermoeiend en frustrerend. Maar ik realiseerde mij ineens dat de
stem van sommigen in deze wereld nooit wordt gehoord. Ze praten wel, maar er
wordt niet naar ze geluisterd. Wat zij zeggen wordt gezien als er niet toe
doend. Omdat ze het verkeerde geslacht, de verkeerde godsdienst, de verkeerde
‘stand’ in de maatschappij, de verkeerde hoeveelheid scholing of de verkeerde
huidskleur hebben. Of wat mensen ook maar voor slap excuus hebben bedacht om
niet naar elkaar te hoeven luisteren.
Mijn stem begint het voorzichtig aan weer te doen. Gelukkig
maar, want hoe kan ik mij anders uiten, hoe kan ik anders dingen gedaan
krijgen, hoe kan ik anders mijn dagelijkse dingen doen? Zonder stem voel ik mij
machteloos.
Maar al die stemmen wereldwijd waar niet naar geluisterd
wordt dan? Worden die weer beter? Zullen ze ooit gehoord worden?
In Jesaja 53 wordt het volgende over iemand geschreven: ‘Als een schaap dat naar de slacht wordt
geleid, als een ooi die stil is bij haar scheerders deed hij zijn mond niet
open.’ Degene over wie dit gaat was geen zwakkeling die zijn tong verloren
was. De stem die hier zweeg was dezelfde stem die hemel en aarde schiep door
alleen maar te spreken. Wie hier zwijgt, zwijgt niet uit onmacht. Het is een
welbewuste keuze.
In plaats van te spreken, liet hij met zich gebeuren wat
gebeuren moest. Hij liet zich doden, hoewel hij zich had kunnen verzetten. Om
de dood te overwinnen.
Hij koos ervoor om te zwijgen. Om daardoor wat krom is recht
te maken. Om wie spreekt tot zwijgen te brengen.
Om wie zwijgen moest tot spreken te brengen. Over Hem.
Reacties
Een reactie posten