Liefste meisje
Tijdens mijn drie zwangerschappen
kreeg ik regelmatig de vraag of ik al wist ‘wat het werd.’ Dat wordt blijkbaar
als een prangende kwestie ervaren door menigeen. Tegen de tijd dat men mij die
vraag begon te stellen viel er trouwens al niet zo gek veel meer te worden. Het
kind was allang iets. En wat het was, wist ik niet. Nou vooruit, dat het
mensjes zouden worden leek wel redelijk vast te staan, al zagen ze er op de
eerste echo’s stuk voor stuk meer uit als een soort aardappels met uitlopers.
Latere echo’s lieten weliswaar iets meer vorm zien, maar de dringende vraag van
alle zwangerschapsgeïnteresserden kon en wilde ik niet kunnen beantwoorden: wat
het geslacht van het kind was.
Daar kwam ik bij de geboorte gauw
genoeg achter. Een blik tussen de benen van het krijsende nieuwe gezinslid en
het was duidelijk. Tot twee keer toe zat daar iets waarover ik zelf niet
beschik, waaruit ik concludeerde dat ik een zoon ter wereld had gebracht. De
jongens werden verwelkomd in ons huis, we vonden ons ritme een beetje en toen
volgde zwangerschap nummer drie.
Zoon 1 heeft die hele zwangerschap,
van het moment dat hij raadde dat ik zwanger was tot de dag van de bevalling,
met stelligheid beweerd dat hij een zusje kreeg. Vraag me niet waarom hij daar
zo zeker over was, maar: hij kreeg gelijk.
Een meisje in mijn armen. Een meisje!
Maar was ze echt zo anders? Ze poepte, huilde, dronk en sliep net zo als haar
broers. Misschien dronk ze met meer kracht, alsof ze bang was tekort te komen.
In ieder geval spuugde ze met meer kracht. Op de meest ongelegen plaatsen en
tijden. In indrukwekkende hoeveelheden.
Maar dat ging allemaal over en
inmiddels is ze een peutertje van twee dat graag met mij een dansje doet bij
muziek die ze hoort, vraagt of ik staartjes in haar haartjes doe en of ze ZELF!
de borstel mag en vertelt dat ze graag een jurk aan wil met een legging. En dat
papa haar moet voeren en niet ik. En eigenlijk dat papa alles moet doen en niet
ik (alleen de staartjes en het dansen niet, want daar trapt papa niet in).
Misschien is ze dan toch wel echt
een meisje. Een papa-meisje. Papa moet haar tanden poetsen, papa moet haar in
de auto doen, papa moet haar voorlezen en in bed stoppen. Papa moet haar een
handje geven op straat. Papa moet haar tillen als ze moe is. Papa, papa, papa.
Ik sta bereidwillig mijn plekje in
manliefs hart af als liefste meisje van de hele wereld (ik ben nu gebombardeerd
tot liefste vrouw geloof ik). Inmiddels heeft hij haar zover dat ze zonder
aarzelen of twijfel ook zelf weet wat ze voor hem is. Als hij begint: ‘Jij bent
het liefste meisje…’ vult zij met haar vertederende stemmetje dapper aan ‘vanne
heje wihjold!’
Dat je toch met zoveel overtuiging
weet dat je vader van je houdt, dat zou je ieder kind gunnen. En iedere
volwassene ook trouwens.
Er is een Vader die ooit tegen zijn Zoon
en tegen iedereen die het horen wilde zei: Dit
is mijn geliefde Zoon, in hem vind ik vreugde. En via en dankzij die Zoon
zegt hij dat ook tegen mij, als dochter van die Vader. Ik ben Zijn dochter. In
mij vindt Hij vreugde. Ik weet het zeker: deze Vader is echt de liefste. De liefste
vanne heje wihjold.
Geweldig ♥️
BeantwoordenVerwijderen