Geblaat
Mijn schoonouders wonen in Drenthe. Bij het woord Drenthe
kun je allerlei associaties hebben. De Drentse Fietsvierdaagse, bos, heide,
good old maar gesloten Speelstad Oranje, hunebedden, pauperparadijs Veenhuizen
en schapen.
Aan al die dingen komen we normaliter niet zo erg toe, omdat
we niet in Drenthe komen als toerist maar wegens familiebezoek. Maar zo nu en
dan verenigen we het nuttige met het aangename (aan de lezer de keuze welke typering
op welke activiteit van toepassing is) en hangen we met schoonouders en al de
toerist uit in Drenthe. Wat in allerlei opzichten bepaald geen straf is.
Zodoende belandden we laatst op een zonnige lentedag bij de
schaapskooi in Dwingelderveld om lammetjes te kijken.
In 1949 bedacht een club enthousiastelingen dat het jammer
zou zijn als het Drents Heideschaap definitief het loodje zou leggen, en daarom
werd een schaapskooi gebouwd om de uit half Drenthe bij elkaar geharkte kudde
van deze dieren met hun typische gekrulde horens te stallen. Kunnen wij er 70
jaar later ook nog van genieten. En van de heide, die ze helpen onderhouden.
Helaas voor schapen produceren ze een nogal, laten we
zeggen, eigenaardig geluid. Wanneer ze met elkaar communiceren lijkt het nog
het meest of ze zojuist een complete fles cola achterover geslagen hebben
zonder adempauze tussendoor. De gemiddelde blaat doet mij in ieder geval vooral
denken aan een enorm langgerekte ongegeneerde boer.
Zodra ik de schaapskooi binnenstapte kreeg ik dan ook de
slappe lach: de ooien met hun lammetjes liepen kriskras door elkaar en waren
elkaar voortdurend kwijt. Dan begon er ergens in een uithoek een lammetje te
dreinen, waarop moeder vanaf de andere kant haar lage boerende geblaat liet
horen. Daar stoof het lammetje dan zonder aarzelen op af, want bij moeders valt
voor lammetjes iets bijzonder interessants te halen. De gedachte aan melk
alleen al liet de lammetjes voortdurend op hun moeder focussen en iedere kans
grijpen om er wat van binnen te krijgen.
Als het ene lammetje binnen had gekregen wat er binnen te
krijgen viel, begon ergens in een andere hoek alweer een ander schapenkind te
mekkeren. Ook die werd dan kordaat door moeder naar zich toe geroepen. Tussen
al die wollige lijven door sjeesde dan ook dit lammetje zonder twijfel naar de
juiste moeder. En zo mekkerde en blaatte de hele meute als een malle door
elkaar, maar herkende daar tussendoor toch precies de stem die echt belangrijk
was om naar te luisteren.
Mijn slappe lach was langzamerhand omgeslagen in
verwondering. Wat geweldig dat die moeders de stem van hun kroost blindelings
herkennen, wat heerlijk dat die lammetjes maar hoeven te roepen en hun moeder
spitst haar oren en laat weten waar ze zit. Deze schapenmoeders weten precies
wat hun lammetjes nodig hebben.
Die schapen leren mij nog iets over moederschap en over wat
er werkelijk toe doet in de hele brij van prikkels die de wereld om mij heen
is.
En ze leren mij iets over kind zijn. Kind van die Ene die
weet wat ik nodig heb. Ik hoef maar te mekkeren en Hij komt in actie.
Al is dat soms wel wat minder helder hoorbaar dan het
geblaat van het Drents heideschaap.
Reacties
Een reactie posten