Superl(at)ief
Zoon 1 heeft een nieuwe hobby. Die laat zich nog het beste
omschrijven als ‘superlatieven speuren’.
Het woord zelf kent hij zelf nog niet, maar toch is hij de
hele dag met superlatieven bezig.
Dat begint al aan het ontbijt:
‘Mama, wat vind jij het lekkerste eten?’
‘Eehm…pff…ik vind zoveel dingen lekker. Lasagne van papa,
broodjes met gerookte zalm, chocola…’
‘Mama, wat is het allersterkste materiaal?’
Ook goedemorgen.
‘Diamant geloof ik.’
‘Wat is het ongezondste eten?’
‘Poep.’
Eet smakelijk verder allemaal.
‘Wat vind je het leukst om te doen?’
‘Slapen.’
‘En wat vind je het stomst om te doen?’
‘Luisteren naar gezeur. Eet je boterham nou maar op, je moet
zo naar school.’
‘Mama, wat is volgens jou de mooiste kleur?’
‘Vertel ik je vanmiddag als je weer thuis bent. Hup,
opschieten nu.’
Dus die middag is de eerste vraag die ik krijg:
‘Mama, vertel nou eens: wat vind je de mooiste kleur?’
‘Blauw. Maar niet alles moet blauw zijn hoor, dat is saai.
En sommige dingen zijn niet mooi in het blauw. Jij zou er bijvoorbeeld wel raar
uitzien in het blauw.’
‘Oh. En wat is het allerzwaarste dat er is? Een planeet?
Welke planeet dan?’
‘Geen idee. Zoek maar op. Ik heb ze niet gewogen.’
Aan het avondeten gaat het onverstoorbaar verder:
‘Wie vind jij het allerliefst?’
‘Papa natuurlijk.’
‘Wat is het allerzachtst?’
‘Een babywangetje.’
‘Ja nee, ik bedoel het zachtste materiaal. Water?’
‘Pff…geen idee. Lucht is nog zachter denk ik.’
‘Hm. En wat is het allergrootste dat er is?’
‘Nou? Wat denk jij?’
‘God!’
Goed zo jongen, houd dat vast. Dat is het allerverstandigst.
Reacties
Een reactie posten