Gebroken Licht
Ik heb niet zoveel met regen. Niet dat ik er nou heel
speciaal iets tegen heb, regen is gewoon nodig. Dat wist ik ook al voorafgaand
aan een zomer zonder noemenswaardige neerslag. Regen spoelt het vuil weg en
laat de planten groeien. Maar dat ik het nu heel geweldig vind: neuh.
Met zon heb ik ook niet zoveel. Het is fijn als hij schijnt,
en zonder zonlicht word ik algauw somber. Veel noordelijker moet ik niet wonen
in verband met midwinternacht. Maar dat ik nou een zonaanbidder ben, ik die bij
twintig minuten lentezon al rood opgloei, ik die al hoofdpijn krijg na tien
minuten zonnebaden: neuh.
Als het daarentegen regent terwijl de zon schijnt…oeeh! Dan
ga ik een beetje gek doen. Zit ik net met een bord heerlijk eten voor mijn
neus, kinderen drie seconden stil: spring ik op en ren zomaar weg. Hop, naar
het raam. De kinderen, op slag veranderd in een stel dolle puppy’s, op een
drafje achter mij aan. Kostbare tafelrust offer ik graag en zonder nadenken op
voor dat ene waar ik de lucht voor af speur. Ik ren van het ene naar het andere
raam, in de hoop hem te zien. Negen van de tien keer is er niks te zien,
helemaal nu we wat meer ingebouwd wonen dan hiervoor. Maar voor die ene keer
dat hij te zien is, heb ik heel wat over. Met open mond sta ik dan te kijken,
bijna fladderend van enthousiasme. Wat is hij mooi!
De regenboog. Als kind maakte ik er al veelvuldig tekeningen
van. IJverig stampte ik de kleuren in mijn hoofd zoals mijn basisschoolmeester
mij die leerde: ROGGBIV. Rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo, violet (de
meester vergat met die kleurennamen voor het gemak even dat hij groep 4/5 voor
zijn neus had). En iedere, maar dan ook echt iedere keer dat de regenboog
potentieel misschien eventueel weleens te zien zou kunnen zijn, ren ik als een
malle naar het raam en zoek tussen de wolken of ik hem zie.
Inmiddels weet ik dat de regenboog te zien is doordat het
licht gebroken wordt. Dat kan door waterdruppels, maar ook door andere
doorzichtige dingen. De rand van onze tv bijvoorbeeld. Daar kwam ik achter toen
we net in ons nieuwe huis woonden. Alles op een andere plek, dus ook de tv.
Ineens kon de zon door het randje van de tv schijnen. Het was mij nog niet
opgevallen totdat zoon 2 naar mij toe kwam rennen: ‘Kijk mama, de regenboog!’
Ik naar het raam natuurlijk. ‘Nee mama, op de grond!’ En warempel, een
prachtige kleurenwaaier lag op onze fonkelnieuwe vloer. Gevormd door gebroken
licht.
Als Noach met zijn ark tijden op het water heeft gezeten en
eindelijk weer vaste grond onder de voeten heeft, is de regenboog te zien in de
wolken. Een teken dat God met mensen verbonden wil zijn, staat erbij in de
Bijbel. Niet alleen voor mensen om naar te kijken en hoop van te krijgen, maar
ook en vooral voor Hemzelf. God herinnert zichzelf aan zijn trouw.
Soms vind ik Gods enorme kracht wat overweldigend. Wie
zoveel macht heeft, kan alles vernietigen. ‘Power
tends to corrupt and absolute power corrupts absolutely,’ leerde ik ooit
bij maatschappijleer. Dat mag voor mensen gelden, maar gelukkig niet voor God. Altijd
is er nog die regenboog als reminder: God wil met mensen, met mij, verbonden
zijn.
Gebroken licht laat zo Gods trouw aan mensen zien.
Zo’n tweeduizend jaar geleden leefde er een Man die van
zichzelf zei: ‘ik ben het Licht van de
wereld.’ Hij stierf omwille van de mensheid een wrede dood aan een kruis. Zijn
lichaam werd afgeranseld, hij werd uitgejouwd en aan de kant gezet. Een gebroken
man. Het Licht van de wereld werd gebroken.
Gebroken Licht: God wil met mensen verbonden zijn.
De volgende keer dat ik de regenboog zie, zal ik daaraan
denken.
Reacties
Een reactie posten