Posts

Posts uit maart, 2018 tonen

Gekend

Op een mooie zonnige bijna-voorjaarsmiddag loop ik naar de speelotheek waar ik vrijwilligster ben. Ongeveer halverwege, niet meer in onze eigen straat, kom ik de postbode tegen. De postbode die altijd met een groots gebaar groet wanneer ik in de studeerkamer, duidelijk zichtbaar voor iedere voorbijganger, zit te werken. De postbode die bij de geboorte van de kinderen dat gebaar omzette in een soort pantomime-felicitatie, glunderend alsof hij zelf een kind gekregen had. Aan de hand van de grote stapels post had hij blijkbaar geconstateerd dat mijn groeiende buik niet zonder resultaat was gebleven. Dezelfde postbode die bij zijn veertigjarig jubileum op een groots onthaal met ballonnen en felicitaties werd getrakteerd op zijn route door de binnenstad. Een oude rot in het vak die zijn route nog geblinddoekt achteruithinkelend zou kunnen lopen. Die postbode kom ik dus tegen. Hij herkent mij, bladert door de post in zijn hand en duwt mij in handen wat voor ons adres bestemd is: ‘Komt we

(Zelf)verwijt

Sorry, sorry, sorry manlief! Het is mijn schuld. Ik heb die mok laten vallen. Vanuit de hele keuken liggen de stukjes mij verwijtend aan te staren. En nou net die ene natuurlijk. Die met de naam van onze woonplaats erop. Was zo leuk geweest als we ergens anders woonden, dat we die nog wel hadden en tijdens het ontbijt nostalgisch terug zouden kunnen denken aan onze goede tijd hier. Ik had het zo leuk bedacht. Maar nu kunnen we onze melk nog drinken uit heel wat zorgvuldig bij elkaar gespaarde mokken van allerlei Friese steden, behalve de onze. Ai ai ai… Een kast vol mokken met butsen of met maffe plaatjes, verzameld uit de kasten van twee studentenhuizen, en dan juist een van die zeldzame mooie, burgerlijk keurige mokken laten stuiteren bij het uitruimen van de vaatwasser. Lekker bezig meid! Zelfverwijt. Het is mijn specialiteit. Toen zoon 1 geboren werd maakte ik met mijn duffe kraamhoofd een kolossale fout door de verkeerde datum op het geboortekaartje te zetten. De dag

Fundament

‘Wanneer gaan jullie?’ Dat is de vraag die ik in de afgelopen anderhalve week het meest gekregen heb. Het is denk ik ook gewoon de meest logische meelevende vraag die je kunt krijgen wanneer je vertelt dat je definitief hebt besloten dat je gaat verhuizen. Maar ook een meelevende vraag kan pijnlijk zijn. Want ik zou graag een helder antwoord willen geven, maar dat heb ik niet. En dus confronteert de vraag mij steeds weer met het onduidelijke toekomstplaatje. Wat zou ik graag willen weten wanneer we gaan. En trouwens, niet minder graag zou ik willen weten waarheen we precies gaan. Wijk, straat, huisnummer, postcode, dat soort informatie. Helaas, ik moet het voorlopig doen zonder duidelijkheid over wanneer en waarheen de verhuiswagen voor ons naar Zaandam zal rijden. Want we zoeken nog een huis. En een geschikt huis kopen in een plaats waar de huizen soms binnen 24 uur na plaatsing op Funda al buiten bereik liggen, is een vak apart. Complicerende factor: de Zaanse funderings

De toekomst wekt het verleden.

Wanneer je al maanden weet dat je misschien gaat verhuizen, begin je op den duur maar alvast met opruimen. Wij in ieder geval wel. Kan nooit kwaad. We noemen het ontspullen en zijn daarmee ineens reuzehip. En dus trekken manlief en ik ons berghok op zolder leeg zodat wij samen eens kritisch na kunnen gaan wat weg kan en wat de moeite waard is om mee te slepen naar een eventueel volgend huis. Aan ons de taak om van de inhoud van acht boekenverhuisdozen drie stapels te maken: ‘bewaren’, ‘afval’ en ‘misschien bruikbaar voor een ander.’ We zetten de hele zooi op tafel en trekken goedgemutst de eerste de beste doos open. We komen van alles tegen. Verzamelde postzegels, taaloefeningen van de basisschool, readers uit onze studietijd, mijn allang vergeten sleutelhangerverzameling. Ik lach me krom als ik het gipsen afgietsel van manliefs gebit vind (uit zijn beugeltijdperk): ‘Heb je die nog bewaard? Jij kunt ook niks wegdoen,’ gier ik. Om nog geen tien minuten later met het schaamr