Posts

Posts uit november, 2018 tonen

Leerkuil

Het bovenste onderdeel van mijn lijf is mijn hoofd. Dat is meteen ook het drukste onderdeel van mijn lijf. In mijn hoofd gebeurt van alles. In mijn hoofd zijn allerlei afdelingen met verschillende gedachtes. Op de weggetjes die ertussen lopen is het een drukte van belang. Zo nu en dan is er een opstopping. Dan heb ik even rust nodig tot de files weer opgelost zijn en dan kan ik weer verder denken. In de loop van mijn leven ben ik erachter gekomen dat de wegenkaart in mijn hoofd er op sommige stukken volstrekt anders uitziet dan die in het hoofd van anderen. Wist ik veel. Als kind denk je dat iedereen hetzelfde is. Maar helaas, iedereen bleek uniek. Ik dus ook. Dat is niet altijd leuk, maar ik zal het ermee moeten doen. Als ik bijvoorbeeld een grap maak, wordt die niet altijd begrepen. Vooral als het over taal gaat (dat is nu eenmaal zeg maar echt mijn ding), wil ik nog weleens op de verkeerde frequentie uitzenden en vervolgens een wazige blik oogsten. Na 29 jaar op aarde r

Duur

Een van de dingen die speciaal bedacht zijn om ouders te martelen is het enorme boekwerk met speelgoed dat een bepaalde winkelketen ieder jaar zo’n beetje in september uitgeeft. Het idee van dat ding is dat het kinderen stimuleert tot een ruime hoeveelheid hebberigheid die dan hopelijk resulteert in overenthousiast koopgedrag van de ouders ten behoeve van Sint en/of eventueel Kerst (het liefst bij de betreffende winkelketen). Of het was om erbij te horen als moeder, inspiratie op te doen voor cadeaus of als pure zelfkastijding weet ik niet meer, maar hier in de kast ligt nu dus zo’n boek. Al een tijdje. En er staan heel wat dingen in omcirkeld. Met twee kleuren: de ene kleur voor zoon 1, de andere voor zoon 2. Zoon 1 was extra gemotiveerd voor dit karwei. Deze week vierden manlief en ik namelijk ons zesjarig ouderschap en bijgevolg was zoon 1 jarig. En bij een verjaardag horen cadeaus. Zoon 1 houdt van Lego, treinen en alles wat bestuurbaar is. Dus hij wilde een bestuurbare L

Cadeau

Nog een paar nachtjes en dan meert er een als bisschop verklede man aan op loopafstand van ons huis. Dat roept allerlei herinneringen op aan vroeger. Vroeger toen ik nog een klein meisje was dat net als ieder kind gek was op cadeautjes krijgen. En snoep uiteraard. Veel snoep. Chocola ook trouwens. En pepernoten. Wanneer de Sint werd binnengehaald bij de plaatselijke scheepswerf en vervolgens onder begeleiding van de fanfare het dorp door toerde, stond ik met mijn neus vooraan. Al was het maar om een (of heel wat meer) van de zakjes met lekkers te bemachtigen die werden uitgedeeld. In de tijd tussen intocht en pakjesavond leek ons huis wel op een klas vol ADHD’ers. Maar dan zonder de pilletjes. De onrustige spanning hing in de lucht en besmette iedereen in huis. Alle acht kinderen leken op kikkers die je in een emmer wilt stoppen. Geen houden aan. Dat mijn moeder iedere keer levend de decembermaand uit kwam mag een wonder heten. Toen ik iets ouder werd, deed ik mee met h

Hallo boom

Haar zachte blonde wiebelstaartje kriebelt aan mijn kin. Haar voetjes, omhuld door stevige stoere zwarte veterlaarsjes houdt ze stijf in de voetensteuntjes. Haar roze jasje knispert tegen het stoeltje als ze zich alle kanten op draait om maar niks te missen. Haar hoge stemmetje kwebbelt vrolijk bij alles wat ze ziet. ‘Huis!’ ‘Ja, dat is een huis.’ ‘Nohhu huis!’ ‘Ja, nog een huis.’ ‘Nohhu huis, nohhu huis, nohhu huis!’ ‘Ja, nog veel meer huizen.’ ‘Ato!’ ‘Ja, dat is een auto.’ ‘Ato!’ ‘Ja, inderdaad, een auto.’ ‘Ato! Ato! Ato! Ato! Ato! Ato!’ ‘Ja, hier staat een hele rij auto’s geparkeerd.’ ‘Boom!’ ‘Ja, dat is een boom.’ ‘Hawwo boom! Hawwo boom! Hawwo boom! Hawwo boom! Hawwo boom! Hawwo boom!’ ‘Oh, zeg je even hallo tegen alle bomen?’ ‘Jaaa! Hawwo boom! Hawwo boom! Sies!’ ‘Ja, daar is een fiets.’ Zo gaat dat ongeveer als ik met dochterlief fiets. Gratis therapie. Een soort mindful moederen. Een boom. Zie de boom. Ruik de boom

De Vraag

Ik baal een beetje dat ik vergeten ben het precies bij te houden, maar ik denk dat ik vandaag op het schoolplein van een medemoeder zo ongeveer voor de 487 e keer De Vraag heb gekregen. Hij kwam al toen we een paar dagen in ons nieuwe huis woonden. Dat was bij lange na niet de eerste keer, want ook in onze vorige woonplaats werd hij gesteld. Zelfs vijf jaar na aankomst nog. Ik vind het een interessant fenomeen. Het fascineert mij mateloos. Waarom wil iedereen nu uitgerekend Dat van mij weten? Is er niks anders wat men voor alle andere dingen over mij aan de weet wil komen? Heb ik verder zo’n volkomen oninteressant leven (of, aangezien men dat niet kan weten: heeft men het sterke vermoeden dat ik verder volkomen oninteressant leef?) dat dit het enige is dat rest als gespreksonderwerp? Bestaat er nu heus geen betere openingszin? En wat is eigenlijk het gewenste antwoord? Begrijp me niet verkeerd: ik stel het medeleven enorm op prijs. Het is fijn om juist in een nieuwe woonp