Posts

Posts uit september, 2018 tonen

Fabriekjesstad

‘Ze hadden het hier beter Fabriekjesstad kunnen noemen,’ merkt zoon 1 op, grinnikend omdat blijkbaar nog niemand op dat idee gekomen is en hij wel. We fietsen van school naar huis, en inderdaad, we kunnen niet om de fabrieken heen. We passeren er een heel aantal. Sommige van dichtbij, sommige van een afstandje, her en der verspreid langs de route. Ik ben niet erg onder de indruk, omdat ik in tegenstelling tot zoon 1 opgegroeid ben tussen fabrieken. Of om precies te zijn: in een mooi en rustig dorp dat ingeklemd lag tussen havens, snelwegen, containerterminals en fabrieken. Raffinaderijen om nog wat nauwkeuriger te zijn. Daarvan ging heel wat meer dreiging uit dan van de fabrieken die hier om ons heen het stadsbeeld bepalen en waar zo’n beetje alleen voedingsmiddelen vandaan komen (en zo af en toe een geur alsof de hele buurt een wedstrijd chocoladecake bakken houdt). Niet dat ik mij als kind ook maar een seconde bewust ben geweest van enige vorm van dreiging, maar het schijnt to

Donatie

Het ziet er dramatisch uit, het enorme witte verband om mijn elleboog. Ik kon wel zwaargewond wezen. Maar het valt mee. Een klein gaatje in mijn vel en ader, dat is alles. Een halve kilo lichter, dat wel. En een zak bloed naast mij. Vers getapt. Ik voel mij trots. Hupsakee, een mensenleven gered. Zeven jaar geleden was het dat ik voor het laatst in zo’n stoel zat om mij vrijwillig lek te laten prikken (manlief verklaart mij bij het idee alleen al voor gek). Nu, drie kinderen rijker, kon ik weer. Mocht ik weer. Wilde ik weer. Dus meldde ik mij weer aan bij ’s lands bloedtapvoorziening. Ze kenden mij nog van al die jaren terug, maar voor de zekerheid werd ik toch nog even opnieuw gekeurd. Want: het moet veilig zijn voor ontvanger en donor. De arts was tevreden, dus ik mocht meteen doorlopen naar de afdeling lekprikken. En als ik nu verder geen nare ziektes blijk te hebben, heb ik dus met tien minuten rustig in een stoel zitten een leven gered. Dat is nog een keer te doen op die ma

Passagiers

Veel dingen in het leven gaan niet zoals je wilt. Kinderen doen niet altijd wat je ze vraagt. Opvoeden eindigt niet altijd zoals je het van tevoren bedacht. Maar soms moet je wat wel lukt even benoemen. Een van de opvoedingstargets die wij hier thuis gehaald hebben, is het overbrengen van liefde voor dingen van vroeger. Als manlief en ik voorstellen om naar een museum te gaan, schreeuwen zoon 1 en 2 het uit van enthousiasme en zijn acuut niet meer te houden. Zelfs dochterlief roept al ‘Seë! Seë!’ om aan te geven dat zij ook mee wenst te gaan naar het museum. Als zoon 2 waar dan ook een zwart-wit foto ziet, vraagt hij standaard of dat ‘van vroeger’ is. Zoon 1 vraagt regelmatig hoe dingen vroeger werkten, eruitzagen of gedaan werden. Het is moeilijk om zoveel leerhonger te stillen. Onze regelmatige gang naar diverse musea en de stapels biebboeken die zoon 1 verslindt zijn maar matig bevredigend. Het vuurtje van nieuwsgierigheid blijft brandstof vragen. Gelukkig was het vorige week

Bed

Sommigen hebben het op hun lijst met hobby’s staan, anderen hebben er een moeizame verhouding mee. Ik val in de categorie ‘anderen’. En nee, het gaat hier niet over bier drinken. Het gaat hier over slapen. Als je slapers (min of meer de hele mensheid dus) verdeelt in ‘goede’ en ‘slechte’, met 10 als goed en 1 als slecht, zou ik mijzelf ongeveer een zesje toebedelen. Net voldoende en het kan erger, maar er hoeft maar iets te gebeuren of ik zak naar onvoldoende. Slapen is een inspannende klus voor mij. Een vriendin van mij kan dat beamen. Wanneer ik als tiener bij haar kwam logeren trok ik zonder pardon de klok van de muur om de batterij eruit de halen. Een tikkende klok op een slaapkamer. Hoe krijg je het verzonnen. Een te dik of te dun kussen. Een te dik of te dun dekbed. Een te zacht matras of een die te hard is. Pratende mensen in een kamer verderop. Een voorbij rijdende auto. Drukte in mijn hoofd. Gepieker over onzin. Hoogzomer te warm, midwinter te koud. Allemaal reden